Coronel Lopez

Ted Polet

1 - Een Zuidamerikaans intermezzo

Jaren geleden zette mijn goede vriend Mick Thornton een foto op het NGRM-forum van een inspectielocomotief van de Nitraatspoorweg in Chili. Deze spoorweg was gebouwd met Brits kapitaal en een deel van het tractiebestand was van Britse oorsprong. De inspectielocomotief leek verrassend veel op de bekende Airfix zadelankloc die ooit als goedkoop bouwpakketje werd verkocht en vaak wordt gebruikt om een smalspoorloc mee te bouwen. Het voorbeeld, een normaalsporige R&W Hawthorne zadeltankloc uit 1873, werd omgebouwd tot inspectieloc rond 1900. Ik besloot een interpretatie te bouwen op smalspoor.

Een jaar ging voorbij, waarin ik een Airfix bouwpakketje vond op de verkoopstand van de 009 Society, en een goedkoop 'Western' type rijtuig op de beurs in Rijswijk. Alles wat ik ondernam was het in elkaar lijmen van een deel van de zadeltank en het aan elkaar solderen van wat onderdelen voor het locomotiefonderstel. Daarmee stopte het, tot ik in november 2011 besloot om eens iets te gaan doen en nog een keer naar de onderdelen van de inspectielocomotief keek.

Waarom 'Coronel Lopez'? Lang geleden beloofde ik mijzelf een Zuidamerikaanse loc, gewoon voor de lol. Ik dacht eerst aan een Kitson Meyer (een geleed locomotieftype, ook uit Chili), maar de inspectieloc kwam er tussen. Coronel (Spaans voor kolonel) Lopez is de militaire dictator van een weinig bekend landje in Zuid-Amerika, Panaguay genaamd. Ik vond zijn naam echt klinken als die van een schurk uit een goedkope film, en de kolonel heeft natuurlijk zijn eigen privérijtuig nodig voor het reizen over zijn Ferrocarriles Nacionales de Panaguay.

2 - Het begin

Even dacht ik erover om het Mantua rijtuig intact te laten, het te versmallen en er een Amerikaans salonrijtuig van te maken voor de C&DR. Ik had dan het rijtuigdeel van de inspectielocomotief zelf moeten bouwen. Uiteindelijk won het gezond verstand het en ging de zaag in het rijtuig. Ik gebruikte een Roco railzaagje om de zaak in tweeën te zagen en te versmallen. Het dak werd versmald door een stukje uit het midden te halen, maar aan het uiteinde moest ik even opzij vanwege de deur naar het balkon.

Het versmalde rijtuigdeel werd weer in elkaar gezet met behulp van een stukje styreenplaat onder het dak, en de voorkant van de cabine van de Airfix zadeltank (eveneens versmald) aan de voorkant. Daarmee was de vorm gegaranderd. Daarna sneed ik de deuropeningen naar de cabine uit de zijden en vijlde de bovenkant uit in een boogvorm. De voetplaat van de loc werd ook versmal door er met een grote vijl iets af te halen. Dat had ik natuurlijk veel beter vooraf kunnen doen...

Na het zwart schilderen van het interieur van de cabine heb ik alles in elkaar gelijmd, waarbij de voetplaat en de voorkant van de cabine alles keurig in de vorm hielden.

Het voorbeeld, een normaalsporig stoomrijtuig (inspectielocomotief) gebaseerd op een oude rangeerloc:

De belangrijkste onderdelen op de werkbank:

Passend maken van het locomotiefdeel en het rijtuig:

3 - Onderstel

In het begin had ik al een locomotiefonderstel gemaakt door twee stukjes messing pijp op een nikkelzilver stripje te solderen. De afstand tussen de twee is bepaald door de koppelstangen, die afkomstig zijn van een Minitrains Baldwin uit 1968. De wielen zijn van een Graham Farish loc, de drijfstangen van een Minitrix T3 en de cylinders van een Jouef Decauville loc, ook uit 1968. Een echt allegaartje dus. De stangen zijn op de plastic krukpennen van de wielen gezet, waarna ik met een soldeerbout het uiteinde van de krukpennen een beetje heb uitgezet, zodat de stangen er op zouden blijven zitten.

Op een of andere manier lukte het om op deze manier een soepel lopend onderstel te maken. In verband met de kleine boogstraal waar het model doorheen moest lopen boorde ik er een gat in en werd het draaiend opgehangen onder het locomotiefdeel, met twee Lima wielen als afstandsbus om de schroef heen. Het voorbeeld heeft een star frame met alleen een zijdelings verschuifbaar draaistel aan de achterzijde.

Het achterdraaistel is gemotoriseerd. In de onderdelendoos vond ik een oud Fleischmann onderstel (van de kleine industriestoomloc), minus cilinders en koppelstangen. Een grote messing beugel vanaf de voorzijde tot boven de worm van de motor brengt het draaipunt naar boven en naar het midden. Een paar stukjes lood dienden als pakstukken om de beugel goed aan het onderstel te bevestigen met een boutje door het boutgat aan de voorzijde. Een beetje superlijm deed de rest. Wat lood werd aan de beugel gelijmd om de balans te verbeteren (tegen het kantelen van de aandrijving). Een plaatje plastic werd op maat gemaakt zodat het binnen in het rijtuigdeel zou passen, net onder de ramen, met een paar plastic nokjes in het rijtuig om het op zijn plaats te klemmen. Het draaipunt bevindt zich op dit plastic plaatje. Er is nog wat extra lood op gelijmd om de druk op de wielen hoog genoeg te houden.

Na een controle op de beschikbare ruimte om te draaien op de 225 mm boogstraal begon het proefrijden. Er bleek met de koolborstels van alles mis te zijn, maar dat kon worden opgelost. Ook liep het model niet goed op mijn 'feedback' regelaars totdat ik een condensator en een smoorspoeltje van een defecte Minitrix motor op het onderstel aanbracht. Daarna ging alles goed.

Voordat ik het vergeet: het dak is van gelamineerd karton. Ik wilde eigenlijk de samengestelde kromming van het voorbeeld nabootsen, maar dat lukte niet helemaal omdat het karton tegenstribbelde. Misschien moet het nog worden vervangen.

Het model met de chassisonderdelen:

De beugel aan het aangedreven onderstel en de plaat styreen waar het mee in het rijtuigdeel wordt opgehangen:

De details op de zijkant van het draaistel:

4 - Detaillering

Na een laag Humbrol matgrijs als grondverf op het rijtuigdeel ging ik verder met de details. Het achterbalkon is opgebouwd met styreenplaat en de treeplanken van het Mantua rijtuig. De dakventilatoren en wat lijkt op een watertank zijn gemaakt van onderdelen van het Airfix bouwpakket. Het ventilatieluik op het dak boven de cabine is gemaakt van plasticplaat. De fluit is een printstekkertje. De veiligheidsklep, front- en sluitseinen en de injecteurs zijn van witmetaal. De kruishoofdpomp van het voorbeeld heb ik niet nagebouwd: ik was al blij dat het drijfwerk zonder haperen liep.

De koppelingen zijn messing tramkoppelingen, die lijken op de koppelingen van het voorbeeld. Omdat het model niets hoeft te trekken hoefde ik geen werkende koppelingen in te bouwen. De treeplanken bij de cabine komen uit het Airfix bouwpakket. Het locomotiefonderstel is voorzien van plastic vulstukken. Een asbak onder de vuurkist en de vorm van de afgeschuinde locomotiefframes onder de cabine zijn van plasticplaat gemaakt. Op het achterbalkon staan de reling en het remwiel van het Mantua rijtuig.

Nu iets over het achterdraaistel. Bij het normaalsporige voorbeeld lijkt dit op een locomotiefdraaistel dat met wat zijdelingse speling onder het frame is gehangen. Voor een smalspoormodel moet je buitenliggende frames gebruiken. Ik heb dus een 'commonwealth' draaistel nagebootst, dat voor 1900 populair was bij Amerikaanse spoorwegen, met een draagbalk in de vorm van een zwanehals. Ik heb de restanten van een Fleischmann kiepwagen uit een speelgoedsetje gebruikt als uitgangspunt. Eerst heb ik het onderstel ingekort en de zijden versterkt met messing strip, vastgelijmd met superlijm. De uiteinden zijn rond gebogen om daarmee de zijkanten aan het Fleischmann onderstel te kunnen vastmaken.

Daarna heb ik de zijkanten van het kiepwagenonderstel af gezaagd om ze verder te detailleren. De zwanehals is het best te maken van 1 mm lood. Snij er een strookje af en je kunt het moeiteloos in de vorm buigen. De schroefveren zijn voorgesteld door stukjes aluminium pijp, en de dwars geplaatste bladveer is nagebootst met stukjes plastic. De gedetailleerde frames zijn met behulp van 1 mm plastic vierkantjes tegen het Fleischmann onderstel bevestigd, zo dat ze vrij blijven van de wielen.

Het model in de grondverf op het spoor in Rae Bridge:

De asbak is hol van voren zodat het frame er in kan draaien zonder dat er licht tussen zit.

De nagelkoppen zijn gemaakt met druppels witte houtlijm opgebracht met een speld:

Groene verf op het rijtuig maakt een hoop verschil:

5 - Schilderen en afwerken

Het model is eerst ontvet met terpentine en vervolgens werd alles matgrijs geschilderd met verf op terpentinebasis, om een betere ondergrond te hebben voor de acrylverf die er later op zou komen. De loc, cabine en voetplaat zijn vervolgens matzwart geschilderd met acrylverf. Het rijtuigdeel is bronsgroen geschilderd. Alles onder de voetplaat dat moest worden gecamoufleerd is matzwart geschilderd en de rest in 'NATO black', ergens halverwege anthraciet en zeer donker groen.

De tekst ‘Ferrocarriles Nacionales’ is boven de ramen gezet door deze met de computer op een roodbruine achtergrond te zetten en vervolgens op de juiste maat af te drukken op de laserprinter op mijn werk (toen niemand keek...). Een voorbeeld is te zien in één van de afbeeldingen hierboven. Ook het ovale schild op de zijkant met de naam van de beruchte 'eigenaar' van het rijtuig is op die manier gemaakt. Een deel van de letters is opgezet met en een deel zonder schaduw, maar uiteindelijk heb ik alleen de geschaduwde versie gebruikt. De tekst die in de print onder het ovale schild staat is boven de deur op het balkon geplakt.

De geprinte teksten zijn op het rijtuig geplakt met halfmatte blanke lak. Ik gebruik deze methode wel vaker, vooral wanneer er een natuurlijke rand is op het model waar je de tekst in kunt laten wegvallen. Zo zitten er geprinte klasseaanduidingen op mijn rijtuigen, tussen de randjes van de middelste panelen op de deuren. Ook goederenmaterieel leent zich ervoor doordat je een tekst op één plank plakt.

Tot slot heb ik de handgrepen met lichtgrijs aangestipt. Dat lijkt op een afstand opvallend veel op dof staal. De lampen zijn koper geschilderd. Vervolgens is een groot deel van het model behandeld met halfmatte vernis. Het zwart van de locomotief ziet er daardoor uit alsof het gepoetst is met een geoliede lap. Als laatste zijn de ruiten er in geplakt en nog wat resterende details zoals balansgewichten op de wielen.

6 - We ontmoeten de kolonel

Na het laatste detailwerk is een lichte verwering aangebracht met wat bruin gemengd met zwart om roest voor te stellen. Ik heb een stel figuren aangepast en geschilderd, waaronder de kolonel en zijn lijfwacht, en niet te vergeten de buitenlandse adviseur, die niet in de gaten heeft hoeveel gevaar hij loopt in dienst van deze schurk. Dit is dus het einde van het verhaal van Coronel Lopez, een wat minder serieus modelbouwproject. Het was een plezier om dit eens te doen en afgezien van een paar lastige dingen zoals de ophanging van het motordraaistel was het vrij simpel om te bouwen. Zodra de kolonel wordt afgezet, zoals alle dictators vroeg of laat overkomt, denk ik dat ik het rijtuig uit Panaguay laat halen om in te zetten op de C&DR. Dictators gaan altijd voor de bijl, weet je. De geschiedenis haalt ze altijd in!

De letters en het ovale schild op de zijkant zijn gemaakt met de computer, uitgeprint op een laser printer en vervolgens op het model geplakt:

Het stoomrijtuig van de kolonel rijdt over een van de vele viaducten in de Cordillera:

El Asesor Gringo, de buitenlandse adviseur, die gevaarlijk ontspannen op de voetplaat zit. Het risico dat hij loopt is hem nog niet opgevallen. Iemand van het locpersoneel staat met de kolenschop klaar om hem er af te meppen!

El Coronel in zijn dramatische uniform, dat het midden houdt van dat van Hermann Goering en het uniform van een andere onlangs afgezette schavuit. Links van hem zijn even schurkachtige lijfwacht, Antonio el Mestizo, met zijn sombrero, lange geweer en patroongordel. Zowel de kolonel als Antonio zijn omgebouwd van normale schaal 00 figuren met papier en allerlei ander klein materiaal. De patroongordels zijn van papier, het geweer is een stukje draad en een stukje plastic, en de kolonel heeft papieren epauletten en een loden pistoolholster.

Meer foto's