volgende    

Nixnie - 1

Ted Polet

1 – het idee

Aanvankelijk stond dit project bekend als de ‘demonstratiebaan’: een idee van een jaar of vijf geleden om een demonstratiebaantje voor de Dutch Group te bouwen om te laten zien hoe veel er mogelijk is met smalspoor in 009 of H0e. Het is nu ongeveer 80 bij 55 cm en bevat een piepklein stationnetje met een omloopspoor en een zijspoor, en een spoortje bij een baksteenfabriek. Het thema van de baan is niet echt bepaald, maar het lijkt het meest op een stoomtrammetje annex industriespoor. Het is zodanig gebouwd dat ik er ook wat klein C&DR-materieel op kan laten rijden.

Nixnie is een soort bargoens met een Zuidafrikaans tintje en geeft precies weer wat dit baantje eigenlijk is: helemaal niets, of eigenlijk bijna niets. Het bijzondere is dat de baan bij samengesteld is uit allerlei tweedehands of ongebruikte spullen. Het houtwerk bestaat uit een sandwich van 50 mm piepschuim tussen een stuk spaanplaat en een stuk dun triplex. Het spaanplaat lag op zolder en het piepschuim is overgebleven van een isolatieklus onder de vloer. Alles is op elkaar gelijmd met witte houtlijm. In een hoek is een stukje triplex topplaat en piepschuim weggehaald zodat daar een rivierbedding en een houten brug kon worden gerealiseerd. Toen het plan werd gerealiseerd bleek het spoor er net niet op te passen, dus ik heb er een balkje tegenaan gezet om de zaak een centimeter of vier breder te maken.

Oorspronkelijk plan:

Het houtwerk krijgt vorm, in 2006:

De contouren van de rivierbedding:

De beste manier om de vrije ruimte te bepalen is door je langste rijtuig door de boog te duwen met een potlood er tegenaan:

2 – het idee komt tot ontwikkeling en we leggen sporen

De opeenvolgende versies van de plannen laten zien hoe het idee vorm kreeg, vanuit niets meer dan een mijn die door een zijspoortje bediend wordt, met opstelsporen achter de achtergrond. We zien nu een baantje met een halve achtergrond over het midden van de beschikbare ruimte, die eindigt in een bos, waar het tafereel eigenlijk omheen is gevouwen. Op die manier is een landschap ontstaan dat van het ene deel van de baan in het andere deel overloopt. Er is een verbinding voorzien naar een fiddle yard door de schuifdeur van een loods aan het einde van het goederenspoor bij het stationnetje.

Definitief plan:

Aanvankelijk wilde ik een boogstraal van minimaal 22,5 cm zodat ook de grotere C&DR locomotieven op het baantje zouden kunnen proefrijden. Dat bleek onmogelijk en ik moest terug naar 19,5 cm. Het spoor bestaat voornamelijk uit tweedehands schaal N sectiespoor en wat Roco H0e flexibel spoor. Alleen de Peco wissels zijn nieuw. Het spoor is in het voorjaar van 2011 gelegd, daarna voorzien van simpele bedrading en uitvoerig getest. Dat ging redelijk goed behalve met de Egger rijtuigen, die zelfs met vastgezette wielstellen niet goed lopen. Ik denk dat er andere wielen onder moeten.

Het spoor zoals uiteindelijk gelegd in 2011, met eenvoudige bedrading:

We proberen het idee uit van een achtergrondplaat in het midden:

Foto's gemaakt in de tuin, met de gebouwen en rollend materieel tegen een natuurlijke achtergrond:

3 – verdere ontwikkeling en gebouwen

Vooruitlopend op de bijeenkomst van de Dutch Group in april 2011 zette ik de achtergrondplaten er op en de meeste gebouwen. De achtergrond loopt langs één korte kant van de baan en schuin over het midden. De positie wordt bepaald door het ingekorte model van de baksteenfabriek van Pola, die nogal wat ruimte inneemt. Dit model dateert uit de jaren ’70 en kon eigenlijk nooit ergens worden gebruikt op mijn grote modelbaan. De rivierbrug is gemaakt van stukjes hout afkomstig van een gesloopt TT speelbaantje dat ik lang geleden heb gebouwd voor mijn zoons.

De andere gebouwen zijn twee kleine bouwpakketjes (Pola en Faller) die ik nieuw heb gekocht en een Airfix goederenwagen in half afgebouwde staat die ik een paar jaar geleden van Lee Bryant heb gekregen. Een watertoren is gemaakt van twee overgebleven bakstenen pijlers van de steenfabriek en de ketel van een Tri-ang TT wagen gekregen van Tom Dauben. En tenslotte is een bouwpakketje van een rijdende bouwkeet neergezet, gekregen van Dick van Beek. Er zal nog wel meer worden toegevoegd, maar dit is al voldoende om te laten zien wat voor allegaartje ik tot nu toe heb gebruikt voor de baan. Alle gebouwen zijn flink vervuild, maar met simpele technieken. De baksteenfabriek is, conform het gebruik in de jaren ’70, alleen vervuild met groezelige verfverdunner.

De brug over de rivier:

De achtergrondplaat deelt de modelbaan in tweeën:

De ballast wordt gespreid en gevlakt. De bewegende delen van het wissel worden vrij gehouden; daaronder is alles bruin geschilderd, dan valt het niet op:

De ballast wordt vanaf de zijkant voorzichtig vol lijmoplossing gezet. De lijmoplossing bevat een beetje afwaszeep om de oppervlaktespanning te doorbreken, dan kruipt het beter in de ballast. Dit proces moet een paar keer worden herhaald, elke keer nadat de ballast is gedroogd:

4 – de eerste scenery

De rivierbedding is voorzien van rotspartijen van stukken kurk, die ook afkomstig zijn van het reeds genoemde TT baantje. Hier en daar zijn wat stukjes leisteen toegevoegd. Hier is nog meer werk nodig omdat de bodem moet worden gemodelleerd voordat er epoxyhars in kan worden gegoten. Het aardige is dat het riviertje geen begin heeft: het ontstaat in het bosje en de oorsprong is gecamoufleerd door laaghangende takken. Elders op de triplex bodemplaat zijn kleine stukjes piepschuim in contour gebracht en vast gelijmd. Tenslotte heb ik overal het piepschuim bedekt met een laag papier-maché gemaakt van toiletpapier, houtlijm en water.

Voorafgaand aan de tentoonstelling in Valkenburg van 2011 plakte ik computerprints van een landschap op de achtergrondplaat. Dit is een beetje verkeerd gegaan omdat de bruine kleurstof die kennelijk in het hout zat is opgelost in de behangerslijm en door het paper heen komt. Hier moet ik dus nog iets op verzinnen. Ook heb ik een deel van het spoor geballast op de bekende manier van droog strooien en vlak strijken, waarna je van opzij een dunne oplossing van houtlijm en een beetje afwaszeep in water met een fijn spuitje in de ballast laat lopen. Dat moet een paar keer herhaald worden, maar daarna ligt alles vast.

Gedurende de show in Valkenburg liet ik treinen rijden en heb ik intussen de begroeiing rondom de rivier aangebracht. Een mengsel van gips, houtlijm en zwarte kleurstof diende als ondergrond op het triplex, de papier-maché en de kurkbrokken. Daar overheen kwam een gemengde laag groen van Woodland Scenics met wat kreupelhout van stofferingsmateriaal. Tot slot heb ik een bos gebouwd van goedkope meerschuim bomen van Heki.

De staat van de scenery na het werk gedaan in Valkenburg:

Close-up van het zijspoor met de ingang naar de loods waarachter een fiddle yard komt :

De watertoren tegen een groene achtergrond van Heki bomen:

Een goederentrein bij de baksteenfabriek:

Overzicht over de rivierbedding en de brug. Het groepje bomen dekt het eind van de achtergrondplaat goed af:

5 – rollend materieel

Het meeste rollend materieel dat op deze baan zal worden gebruikt is ook per ongeluk bij mij geland, en een deel heb ik gewoon gekregen van kennissen. Onder meer zijn dat een paar witmetalen locomotieven van Peco en van Chivers, een verbouwde Egger diesel, een paar railauto’s op een Caramel onderstel en wat Roco enEgger H0e materieel, waar ik binnenkort een paar Parkside Dundas rijtuigen aan ga toevoegen.

Tijdens de show in Valkenburg kwam ik er achter dat korte treinen van C&DR materieel het op dit baantje prima doen, zoals een railbus en een kleine loc met tweeassers. Het lijkt er dus op dat dit een heel handig baantje gaat worden voor allerlei toepassingen.

6 - we knappen de achtergrond op

De eerder beschreven achtergrond was gemaakt door computerprints van landschapsfoto's op een triplex plaat te plakken met behangplaksel. Helaas kwam de bruine kleurstof in het hout door het papier heen, dus ik heb nieuwe prints gemaakt (op een laserprinter, want een inkjetprint lost op in water). Met witte acrylgrond (Gesso primer) heb ik de lucht en de wolkenpartijen van de oude prints overgeschilderd. Daarna ging er weer behangplaksel op en heb ik de nieuwe achtergrond er gewoon overheen geplakt. Net of je een muur opnieuw behangt!

Stukken achtergrond in de vorm geknipt:

Aanbrengen van behanglijm op de oude achtergrond:

Aandrukken van de nieuwe achtergrondplaat:

7 – de rivierbedding

Kort voor de tentoonstelling in Valkenburg in september 2012, na een lange pauze omdat ik geen zin had in modelbouw, haalde ik Nixnie tevoorschijn om bezig te gaan met de scenery. Het eerste waar ik mee bezig wilde was de rivierbedding, die verborgen door de bomen ergens uit het niets tevoorschijn komt. De bodem is een stukje spaanplaat dat onder de sandwich van piepschuim en hout zit. Langs de randen zitten smalle strookjes triplex die een voortzetting zijn van de contouren langs de rand van de modelbaan. De rivieroevers zijn van piepschuim afgedekt met papier-maché, zoals op de vorige pagina uitgelegd.

Eerst maakte ik een model van een droge rivierbedding, in gekleurd gips versterkt met witte houtlijm. Daarop werd een laag fijn grind en zand aangebracht dat op deze schaal de grote stenen en het riviergrind moet voorstellen. De bodem moet goed dicht zijn en bovenaan elke waterval moet een dammetje liggen om een ondiepe poel te vormen als je de epoxyhars gaat gieten.

Vervolgens liet ik het een dag en een nacht drogen alvorens het lastige werk met de epoxy kon beginnen. Intussen ben ik verder gegaan met de scenery aan de kant van het station.

De rivierbedding begint als kaal spaanplaat met een paar triplex ‘treden’ voor de watervallen:

Nee, dit is niet waar het op lijkt! Smerig, of niet soms? Maar het stinkt niet. Ik ben hier gips aan het mengen met zwarte kleurstof.

Het wordt nog erger als je een ‘toefje’ houtlijm er op legt. Alles goed mengen om ‘gewapend’ gips te krijgen:

Het mengsel wordt op het oppervlak gesmeerd en met een houtje in de hoeken gewerkt. Je ziet niet heel goed dat er bovenaan elke waterval een dam is gelegd. De kleur van het natte gips is veel donkerder dan nadat het gedroogd is. Hieronder ligt het spul op zijn plek en heb ik er wat water bij gedaan om het beter vlak te kunnen krijgen. Dit kun je het best doen met je vingers. Ik zei toch dat het smerig was?

Met een penseel en veel water spoel ik het meeste gips van de (kurk) rotspartijen in de watervallen zodat de structuur van het materiaal weer zichtbaar wordt. De plassen water in het zachte gips zijn goed te zien. Het water wordt snel opgenomen door het gips, of door het spanplaat er onder:

De volgende stap is het toevoegen van grof grind en grote stenen. Dat komt uit een zak aquariumgrind die ik al 30 jaar in huis heb. Het grove materiaal ligt aan de randen van de stroom, niet in het midden:

Met zand en grof steengruis over de rest van de bedding krijgen we iets dat best lijkt op een droge rivierbedding. Het fijnere materiaal wordt in het natte gips gedrukt door er met de vingers op te kloppen. Daarmee wordt de bedding ook vlak, een soort schotelvorm die bruikbaar wordt wanneer we de epoxy gaan gieten. De triplex randen zijn een paar millimeter hoog, hopelijk voldoende om de epoxy binnenboord te houden!

8 - meer ballast

Wachtend op het drogen van de rivierbedding, en het losse grind dat ik opnieuw had vastgeplakt met een beetje verdunde houtlijm, besloot ik om de ballast in het station van Nixnie af te ronden. Ik heb twee soorten ballast van Busch gebruikt en een beetje van het steengruis dat ik gebruikt had voor de rivier. Het resultaat is iets te grof voor 009 of H0e, maar hier bleef het niet bij omdat smalspoorballast vaak is volgelopen met zand en slakken uit het vuur van de loc.

De balsa strips naast de sporen geven aan waar een weg over het spoor zal lopen. Naast het stationnetje komt een kleine plek waar een auto kan omkeren. De zwarte lijnen op het triplex geven aan waar. Trouwens, het stationsgebouwtje is opgekrikt zodat het op dezelfde hoogte ligt als het perron. Ik heb de N-spoor bogen vanuit het station ook geballast om de schaal N biels te verbergen. De brug is nog steeds niet voorzien van een houten dek. De schaal N biels vallen te veel op.

De dag daarna was de ballast goed gedroogd. Ik hoefde er gelukkig niet meer lijm in te druppelen zoals ik meemaakte bij Rae Bridge. Ik moest het daar drie keer herhalen… Ik heb een trein over het spoor laten rijden en hoefde er geen enkel ballastkorreltje uit te krabben. Alleen bleek één wissel niet goed schoon te zijn door de lijm, maar dat was snel opgelost.

9 - het water gaat stromen

Vervolgens kwam er een ander smerig klusje op het programma waar een beetje risico aan zit: het mengen en gieten van de epoxy in de rivierbedding. Het risico zit vooral in de mengverhouding die precies goed moet zijn. Anders krijg je een soort kauwgum dat niet wil doorharden. Belangrijk: voor het mengen van de componenten moeten deze op minimaal 15 graden Celsius zijn. Ik gebruik epoxy (geen polyester!) met pompjes waarmee je de hoeveelheid exact kunt afmeten. Dit spul komt uit de botenbouw en wordt in Nederland gemaakt door de verffabriek ‘De IJssel’. Er zijn natuurlijk andere soorten epoxy, en het afmeten lukt ook met een roerhoutje waarop je de verhouding goed hebt afgetekend met potloodstreepjes. Een schoon glazen potje wordt gebruikt voor het mengen, roer de zaak om totdat er kleine luchtbelletjes in komen.

Giet het mengsel in de bedding langs het houtje waarmee de zaak is gemengd. Als je het langs het roerhoutje giet komt het op de juiste plek terecht, zie foto’s. Begin bovenaan de watervallen zodat de hars vanzelf omlaag loopt. In de derde foto is te zien hoe het omlaag loopt. Later kan de hars op het laagste niveau worden aangevuld zodat alles onder ‘water’ staat.

Met hetzelfde stokje wordt de hars in allerlei hoeken en gaten gedrukt, totdat het oppervlak is ‘uitgevlakt’. De zwaartekracht doet de rest, dus leg wat kranten onder de modelbaan om eventuele lekkage op te vangen. Ik moest onder de voorkant van de baan een halve wasknijper leggen om lekkage aan de voorzijde te voorkomen.

De epoxy componenten en de glazen mengpot:

Even flink roeren...

Nadat de epoxy in de bedding is gegoten, het roerhoutje gebruiken om het mengsel in alle hoeken te drukken:

De epoxy gaat vlak liggen en vormt een spiegelglad oppervlak:

De hars moet een nacht doorharden en hoort na 12 tot 24 uur keihard te zijn, als het maar op kamertemperatuur wordt gehouden. De volgende ochtend vond ik een glashelder hard oppervlak met de keien en grind zichtbaar op de bodem zoals de bedoeling was. De laatste foto hierboven toont de watervallen, waar nog wat werk in zit. Het niveau van de hars was wat gedaald, waarschijnlijk omdat het spul wat in de laag gips trekt. Er moest dus nog iets meer gebeuren, en er moest ook nog een witte schuimlaag op de watervallen komen.

10 - watervallen

Na het aanbrengen van een eerste laag ‘water’ moeten we de watervallen voorzien van witte schuimplekken. Er zijn verschillende manieren om dit te doen, die vast beter zijn dan de mijne, maar hier is wat ik heb gedaan. Eerst lijm ik kleine wattenplukjes op de voorzijde van elke waterval, vlak onder de rand. De rand van de meeste watervallen is glad. Pas nadat de stroom versnelt wordt er lucht in gezogen waarmee het witte water ontstaat dat iedereen zo mooi vindt. De plukken watten worden er op gelijmd met snel hardende epoxylijm.

Vervolgens hogen we het ‘waterniveau’ boven de watervallen op met wat dunne epoxy, die langzaam over de rand kruipt en de plukjes watten bereikt. Met een stokje rommelen we wat aan de watten zodat de epoxy er goed in trekt. Het resultaat is een half transparante ruwe grijze plek op de voorzijde van de waterval. We gebruiken niet te veel epoxy omdat het niet over de gladde glasachtige laag onder de brug moet lopen. In dit geval was er een klein overschot aan epoxyhars, maar het valt nauwelijks op.

Pluksel van watten op zijn plaats gelijmd:

Ongeveer 18 uur na het aanbrengen van de tweede laag dunne epoxy waren de watervallen uitgehard en kon ik het oppervlak aanstippen met witte acrylverf. Dit moet voorzichtig worden gedaan: overdaad schaadt. Het half transparante grijze uiterlijk van de epoxy eronder moet intact blijven. De verf maakt alleen wat lichte plekjes op het oppervlak:

Meer foto's (1)  

Meer foto's (2)  

volgende