Het spoorwegbedrijf op de C&DR

(Klik hier voor deel 2 - de goederendienst)

De Craigcorrie & Dunalistair Railway is gebouwd om mee te rijden. Ik vind het ontwerpen en bouwen van een modelbaan wel leuk, maar als er niets rijdt wordt het maar een saaie boel. Doordat dit geen rondrijbaan is en door de grote afstanden tussen de stations is het mogelijk om een realistisch spoorwegverkeer na te bootsen. Dat werkt alleen wanneer het spoor, het rollend materieel en de elektrische installatie zonder al te veel storingen samenwerken. Ik heb dus ook in bedrijfszekerheid geïnvesteerd.

Het spoor en het materieel

Zonder goed gelegd spoor en betrouwbare wissels leidt een spoorwegbedrijf op een modelbaan alleen tot frustratie. Hetzelfde geldt voor wagens die continu ontsporen door slecht afgestelde wielen en slecht werkende koppelingen. Ook een locomotief die weigert om langzaam te rijden, storingen vertoont bij de stroomafname, veel lawaai maakt of niet in staat is een gemiddelde trein een helling op te krijgen nodigt niet uit tot gebruik in een modelspoorbedrijf.

Ik heb daarom altijd veel aandacht besteed aan goed gelegd spoor en goed rijdend materieel. Een goede keus die ik al jaren geleden heb gemaakt is het gebruik van standaard schaal N koppelingen. Die zijn misschien niet zo mooi op een smalspoorweg, maar ze werken meestal probleemloos. Ook het rangeren met lange treindelen is geen probleem omdat alles zich moeiteloos laat opduwen over wissels en door bogen.

Mijn locomotieven zijn meestal gebaseerd op een standaard schaal N onderstel, waar desnoods een andere motor in wordt ingebouwd om de prestaties te verbeteren. Ook heb ik spelingen in het onderstel tot een minimum gereduceerd, ballast toegevoegd en waar nodig de stroomafname verbeterd. Tot slot heb ik goede rijregelaars gekocht met regelbare terugkoppeling, zodat ik voor elke loc de beste instelling kan gebruiken. Ik kan daardoor op schaalsnelheid rijden en zeer langzaam optrekken en afremmen, zelfs met een goedkoop onderstel.

Links: detail van het spoor in Rae Bridge. Niet al mijn spoor ligt er zo mooi bij. In Dunalistair ligt nog veel kuis versleten schaal N spoor dat binnen niet al te lange tijd op de schop moet. De ballast ligt hier keurig op hoogte, de raillassen liggen netjes in lijn, het spoor is geschilderd en er ligt (dummy) mechanische wisselbediening. De loc heeft een schaal N koppeling die verend is bevestigd aan het loopstel van de loc. Niet volgens voorbeeld, maar onontkoombaar op kleine boogstralen.

Hiernaast een schakelschema van de baanvakrelais die de voeding van de baanvakken tussen de stations regelen. De sleutel van het schema is de groen gekleurde rail, die vanaf twee relais kan worden gevoed. De blauwe en rode draden onderin het schema zorgen er voor dat slechts één van de relais tegelijk kan worden ingeschakeld. Het ene relais schakelt namelijk het andere uit. De schakelaar die het relais aanzet wordt omgezet wanneer in het 'seinhuis' een sein op veilig wordt getrokken. De gele stukjes rail liggen naast de seinen om een trein op te vangen die toch de verkeerde kant op wordt gestuurd. Klik op de tekening om te vergroten.

Beveiliging en schakeling

In tegenstelling tot de tegenwoordige trend om digitale besturing te gebruiken is deze baan nog helemaal analoog opgezet. Dat is het gevolg van een ontwikkeling van tientallen jaren. De bedrading is daardoor op het eerste gezicht erg ingewikkeld geworden. Ik heb de zaak daarom goed voorzien van labels aan de onderzijde van de verschillende delen van de baan.

Door de afwezigheid van digitale besturing is de juiste schakeling van de sporen belangrijk. Ik heb dat gekoppeld aan de (werkende) seinen. Een onveilig in- of uitrijsein kan niet worden gepasseerd omdat in het bijbehorende spoor een stukje stroomloos is gemaakt. Een station kan als geheel worden gekoppeld aan één van beide rijregelaars. Daardoor kunnen maximaal twee ‘operateurs’ onafhankelijk van elkaar een station bedienen.

Om er voor te zorgen dat op het tussenliggende baanvak geen conflicten ontstaan geldt het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Als op één van de stations een uitrijsein of een inrijsein op veilig wordt getrokken, wordt het tussenliggende baanvak met een relais automatisch gekoppeld aan de voeding van dat station. Vanuit het andere station kan dan geen trein het baanvak op rijden, ook al trek je het uitrijsein op veilig.

De railbus uit Dunalistair verschijnt onder de brug van de distilleerderij. De bovenste arm van het vertakkingssein staat op veilig: de railbus kan ongehinderd doorrijden tot het perron. Van de onderste arm is een klein stukje te zien. Deze is bedoeld voor de treinen naar afbuigend spoor. Het klapbordsein is het uitrijsein. Alle drie deze seinen schakelen het baanvakrelais in voor de lijn naar Dunalistair.

Dienstregeling

De dienstregeling is iets te druk voor een gemiddelde smalspoorweg, omdat er anders te weinig zou gebeuren. Ik heb daarbij gekeken naar het vervoersaanbod dat je zou verwachten op een spoorlijn als deze. Het kolenvervoer van de mijn in Inverlochan naar de haven is beperkt tot twee treinen per dag met een mogelijke extra trein gedurende de nacht. Dit zijn bloktreinen, waar behalve het heen en weer rijden en het omrangeren aan de eindpunten weinig bijzonders aan te beleven is.

Heel anders is het met het reizigers- en goederenvervoer. Als je uitgaat van minimaal drie reizigerstreinen per dag en de boottrein, die alleen op grote stations stopt, kun je gedurende de dag van 7 tot 22 uur vier treinen plannen. Daarnaast maakt er één een extra slag op het drukste deel van de lijn tussen Rae Bridge en Dunalistair. De middagtrein is gecombineerd met de eerste goederendienst (gemengde trein) en ’s avonds is er een goederentrein die een complete slag maakt over de hele lijn.

Links: de kolentreinen rijden als bloktrein en worden aan de twee eindpunten alleen in tweeën gesplitst en onder de lader of op de kolenpier gezet. Rechts een korte goederentrein naar Inverlochan, die op het punt staat te vertrekken uit Rae Bridge. Enkele open wagens zijn beladen. Let op het ringetje op het dak van de gesloten wagen. Dit speelt een rol bij het vaststellen van de bestemming van deze wagen (beschreven op de volgende pagina).

Op de zijlijn naar Glenfinnan rijden een reizigerstrein, een gemengde trein en ook weer een goederentrein. Deze rijden vanuit Rae Bridge door tot in Dunalistair en geven daarmee een paar extra diensten op het drukste deel van de lijn. Daarnaast is er een regel dat elke goederentrein reizigers mag meenemen mits er een rijtuig aan wordt gekoppeld in plaats van een treinbegeleidingswagen. Momenteel is het aantal beschikbare rijtuigen voor zo’n dienst eigenlijk te klein.

Verder is er sprake van normaal vrachtgoed en expresgoed. Voorbeelden daarvan zijn vee, bederfelijke waar zoals vis en zuivel en lading die het risico van diefstal met zich meebrengt zoals whisky uit de distilleerderij. Expresgoed gaat altijd met de eerstvolgende trein mee en loopt dus ook achteraan een reizigerstrein.

De dienstregeling is uitgetekend in een diagram en vervolgens vertaald in een tabel waarin alle treinbewegingen in volgorde zijn opgenomen. Dit is het uitgangspunt voor het rijden van treinen in de normale dienst. Een bijzonderheid daarbij is dat Craigcorrie een keerlus is met een paar parallelsporen, waarop altijd twee treinen achter elkaar worden gestald. Er komt dus altijd een andere trein terug dan de trein die er het laatst is aangekomen. Dat geeft wat extra variatie en kan eigenlijk alleen maar werken doordat het tractie- en materieelbestand voldoende groot is.

De lokaaltrein uit Glenfinnan, die eerder vanuit de zijlijn (zichtbaar tussen de locomotieven) was teruggezet naar het perron, vertrekt nu naar Dunalistair. Het uitrijsein voor het perronspoor staat op veilig. Het andere sein staat op onveilig. Dit dekt het vertakkingswissel vanaf de zijlijn. Loc 1 draait vandaag de rangeerdienst en staat op het voorste spoor te wachten met een paar wagens.

Dienstvoorschriften

Op het spoor is veel onderworpen aan voorschriften. Voor een deel heeft dat te maken met de beveiliging, zoals de plaatsing van seinen en bijvoorbeeld de vraag of je onder bepaalde omstandigheden een onveilig sein mag passeren. Ook een treinbeweging die niet gedekt is door seinen mag onder bepaalde voorwaarden worden uitgevoerd. Op een secundaire spoorweg kan in dat opzicht meer dan op een hoofdspoorweg. Ik heb voor de modelpraktijk alleen gekeken naar de plaats van seinen en ga er van uit dat de rest van de treinbewegingen wordt uitgevoerd onder toestemming (b.v. groene vlag) van het seinhuis.

Heel zichtbaar op de modelbaan is de samenstelling van treinen. Onder welke voorwaarden mag ik een wagen zonder doorlopende rem in een trein opnemen, moet er een treinbegeleidingswagen achter, moeten goederenwagens voor of achter de rijtuigen in een gemengde trein enzovoort. Daarvoor is een voorschrift geschreven dat wel degelijk invloed heeft op de modelpraktijk. Dat lijkt ver gezocht, maar in combinatie met het omloopsysteem voor goederenwagens (zie volgende pagina) levert dit juist extra variatie op in de treindienst.

(Klik hier voor deel 2 - de goederendienst)