In vogelvlucht

Schaalverhouding en ontstaan

De C&DR is gebouwd bij een spoorwijdte van 9 mm op (ongeveer) schaal 1:76, ook wel 00, de oude Britse tegenhanger van H0 (1:87). Deze schaalverhouding komt overeen met 4 millimeter voor elke Engelse voet (304.8 mm). Meestal wordt deze schaal tegenwoordig dan ook aangeduid als '4mm scale'. 9 mm smalspoor bij schaal 00 is ontstaan omstreeks 1950 en heeft een grote vlucht genomen nadat rond 1965 Egger en Jouef smalspoor in H0e verschenen. Tot die tijd was 00n3 populair: 12mm smalspoor in 00. In Engeland werd in 1973 de 009 Society opgericht, die zich inzet voor smalspoormodelbouw in schaal 00.

Terug naar de Craigcorrie & Dunalistair Railway. De eerste stap is door mij gezet in 1968 en 1969. Het eerste stationnetje heette Craigcorrie en mat ongeveer 0.40 bij 1.80 m. Delen van dit station waren in de loop van de tijd de basis van drie versies van het huidige station Rae Bridge. De tweede werkende baan was lang en smal, langs een muur van ongeveer 4 meter met allerlei tijdelijke uitbreidingen. Na een verhuizing bouwde ik de eerste dubbeldeks baan, die later werd vergroot tot de huidige afmetingen 3.00 bij 2.50 m. Hieronder volgt een korte beschrijving in vogelvlucht.

De Craigcorrie & Dunalistair Railway

De baan is opgebouwd uit losse onderdelen, die op een houten frame rusten, ondersteund door goedkope keukenkastjes van een bouwmarkt. Daardoor heb ik veel bergruimte onder de baan. Als ik een deur opendoe of een lade verwijder kan ik gemakkelijk bij de bedrading komen. De baan ligt rondom een ruimte van anderhalve meter in het vierkant, waarin zich een werkbank bevindt en twee stoelen. De baan kan vanuit die middenruimte bediend worden. Je komt er in via een doorgang waar een stuk opklapbaar spoor overheen ligt. Buiten de afmetingen van 3 bij 2,5 meter ligt nog een bak van 75 bij 120 centimeter, boven een bureau. In die bak (met deksel) ligt een keerlus met drie parallelsporen, waarin ik treinen kan wegzetten en terug halen met een schakelpaneel aan een lange kabel. Deze dient als eindpunt van de hoofdspoorweg. Aan de andere kant van de baan ligt een smalle bak met opstelsporen, die dient als eindpunt (schaduwstation) voor de zijlijn.

De eerste kastjes worden neergezet (2007).

Dunalistair in positie op de eerste rij kasten.

Dunalistair, met daarboven Inverlochan. Tegen de muur de verbindingssporen, twee niveaus boven elkaar.

Rae Bridge, met de werkbank eronder.

Rae Bridge gezien over Glenclachan. Trein op de brug over de toegang.

Dunalistair met daarboven Inverlochan en de kolenmijn.

Binnen de genoemde 3 bij 2,5 meter ligt het complete landschap, met stations, een haven, een stuk bergland en (op een hoger niveau) een kolenmijn. Dat laatste niveau ligt zo'n 35 cm boven de haven. Hieronder is het algemeen plan te zien (klik om te vergroten).

De route

De route begint in het havenstation Dunalistair, dat ingebouwd ligt onder het hoogste niveau (Inverlochan). Met een wijde boog slingert de lijn zich rond een schiereiland en verdwijnt, al klimmend, achter het dorp uit het zicht. Daarna loopt het spoor achter de achtergrondplaat van Dunalistair en duikt weer op achter Glenclachan. Het spoor loopt over een smalle lat, die overal is ondersteund. Aangekomen links achter Rae Bridge buigt het spoor weer naar rechts en loopt dan achter de achtergrond van Rae Bridge naar rechts, waar het verschijnt tussen de gebouwen van de distilleerderij. De sporen van Rae Bridge liggen diagonaal over het tafereel. Hier takt de zijlijn af naar Glenfinnan (het schaduwstation achter Glenfinnan), die een deel van de zichtbare route deelt met de bergtram, die hier ook zijn eindpunt heeft.

De keerlus met drie sporen verzonken in een bak.

De keerlus past precies boven het bureau.

Kijkje in de lengte over Glenclachan, en rechts achter Glenclachan...

...met rechts onder de spoorlijn naar Dunalistair, daarboven de fiddle yard van de zijlijn. Eronder de verbindingslijn waarmee je van Rae Bridge een rondlopende baan kunt maken.

Vanuit Rae Bridge loopt het spoor door een korte tunnel naar het bergdal van Glenclachan, waar het even opduikt, over een brug loopt en daarna weer verdwijnt in de volgende tunnel. Hier duikt de lijn voor de tweede keer achter de achtergrondplaat van Dunalistair, maar nu een stuk hoger. Na een korte linkerbocht loopt het spoor verder achter de achtergrond tot aan het opklapbare spoor over the toegang tot de werkruimte. Over deze brug heen verdwijnt de route achter de achtergrondplaat van Rae Bridge, om links boven Rae Bridge weer op te duiken. Daarna loopt het spoor in een wijde boog langs de ruïne van het 'winding house', naar de losplaats en het perronnetje van Glenclachan. Verder voert de lijn in nog een wijde boog over het hoge viaduct naar Inverlochan Moor en de kolenmijn en het station van Inverlochan op het bovenniveau. Langs het perron van Inverlochan duikt het spoor dan onder een brug door en verdwijnt uit het zicht op weg naar de keerlus.

De totale lengte van dit traject is ongeveer 30 meter en de lijn geeft dan ook werkelijk de indruk van de ene plaats naar de andere te lopen.

Tot zover dit bezoek 'in vogelvlucht' aan de C&DR.

Twee foto's van Jan van Mourik, die de dubbeldeks opzet van één zijde van de baan laten zien.