2 - Reizigersmaterieel

(klik hier voor deel 3 - Onderhoudsmaterieel)

Het reizigersmaterieel is in grote lijnen op dezelfde manier gebouwd als het goederenmaterieel, alleen heb ik hier vanaf het begin nooit gebruik gemaakt van karton, omdat het materieel uit vroeger dagen zorgvuldig gelakt en gevernist was en karton altijd een wat minder gladde afwerking krijgt dan plastic. Een aantal wagens is gebouwd met behulp van onderdelen uit de Liliput bouwpakketten uit de jaren '60, omdat het zelf maken van de raampartijen een tijdrovende klus is. Later kreeg ik daar meer handigheid in. Alle rijtuigen hebben een (meestal eenvoudig) interieur. Rond 1990 heb ik de oudere rijtuigen uiterlijk opgeknapt en voorzien van remwerk en soms zelfs een geheel nieuw frame.

De twee-assers zijn inmiddels vrijwel uitsluitend ingezet op de zijlijn, behalve een paar die af en toe in de vroege ochtendtrein naar Dunalistair rijden. Onlangs heb ik een paar oude twee-assers opnieuw in dienst genomen, die ik eerder opzij had gezet omdat ze eigenlijk wat te groot zijn voor de schaal van 1:76. In de praktijk valt het echter wel mee. Er is ook nog een antieke drieasser die nog steeds op de hoofdlijn wordt gebruikt, maar waarmee tezamen met de tweeassers een fraaie trein van rond 1880 op de baan kan worden gezet.

Momenteel is er een stam van vier vierassers die gebruikt wordt voor de boottrein. Deze zal echter op termijn vervangen worden door een stel lichtgele salonrijtuigen afkomstig van de Leek & Manifold Railway. Derdeklasse rijtuigen met een bagagecompartiment worden zo veel mogelijk ingezet voor de gemengde goederendienst, omdat het een treinbegeleidingswagen uitspaart. Tenminste, als de trein alleen goederenwagens met een doorgaande rem bevat. Er staan nog een paar extra rijtuigen met bagagecompartiment op de planning.

Het gebruik van enkele rijtuigen die niet op schaal zijn zal de 'preciezen' onder ons misschien schokken, maar ze rijden al zo lang over de C&DR dat ze hun eigen plaats hebben verworven. Er zijn vrijwel geen echte schaalmodellen gebruikt, maar er is veel invloed van het materieel van de spoorwegen van Wales en Ierland. Het enige wat echt standaard is zijn de kleuren: donkerrood, vaak met gebroken wit of licht crème voor de raampartijen.

Wagen 18 is een treinbegeleidingswagen voor reizigerstreinen gebaseerd op een voorbeeld van de Ffestiniog Railway, alleen in een grotere schaal (ca. 1:55). Dit komt overeen met de schaalverhouding van een aantal andere modellen met als resultaat dat de buitenafmetingen van al het materieel ongeveer dezelfde zijn. Ook de door de Ffestiniog Railway geïnspireerde loc 6 ‘Inveraray’ heeft deze schaalverhouding. Deze wagen is omstreeks 1978 gebouwd van plasticplaat en is sindsdien nauwelijks veranderd. De wagen wordt vrijwel alleen gebruikt in gemengde treinen op de zijlijn.

Links een trein van de oudere generatie tweeassers achter loc 1 ‘Firth of Clyde’. Deze wagens zijn alle gebouwd kort voor 1980. de twee zomerrijtuigen 2 en 3 zijn minstens tien jaar buiten gebruik geweest, maar zijn opgeknapt en weer in dienst gesteld op verzoek van een paar niet nader te noemen collega-modelbouwers! De rijtuigjes 5 en 6 daarachter zijn net als de hierboven genoemde wagen 18 ongeveer schaal 1:55. Het laatste rijtuig (nummer 9) is een fantasiemodel met het karakter van een rijtuig van de Ffestiniog & Blaenau Railway. De rechter foto laat zien hoe goed het drieassige rijtuig 104 past bij de tweeassers. Op deze manier krijg je een echte trein uit 1880.

Links: een 40 jaar oude loc (no. 4 Invicta) met 30 jaar oude rijtuigen. Rechts loc 6 ‘Inveraray’ met een trein uit 1880, waarvan bijna geen rijtuig op een ander lijkt. De laatste vier rijtuigen zijn verderop beschreven.

De vierasser van de zijlijn, no. 108, loopt op metalen Kemtron H0n3 (10,5 mm) draaistellen uit de jaren ’50. Deze zijn afkomstig van de Schotse modelbouwer P.D.Hancock, die al in die tijd een modelbaan bouwde in 009 (1:76 en 9 mm spoor). De rijtuigbak is gemaakt met onderdelen van een Duits lokaalspoorrijtuig die ik ooit heb gekregen van Klaus Olschewski. Dit rijtuig loopt meestal in de gemengde trein op de zijlijn, samen met wagen 18.

Rijtuig 107 is een derdeklasse rijtuig met bagagecompartiment, gebaseerd op onderdelen van Ratio. De uiteinden zijn gemaakt van plasticplaat en strip. De fijne opschriften op de deuren zijn gemaakt met de computer, maar de klasse-aanduidingen en het rijtuignummer zijn van Blackham Transfers. Op het dak zitten de ontluchters voor de gaslampen in het rijtuig, gemaakt van een drukknoopje en een ringetje van draad. Wat daaraan nog ontbreekt zijn de gasleidingen en de regenstrips, zoals op de rijtuigen van Mick Thornton.

Rijtuig 103 heeft een lange geschiedenis. Oorspronkelijk was dit een drieasser, gebouwd in 1968 met behulp van een Liliput bouwpakket voor een Pruisisch normaalspoorrijtuig. Dat model ontspoorde alleen maar en werd al snel buiten dienst gesteld. Na verloop van tijd werd het model versmald en uitgebreid met een eindbalkon met een deur naar het compartiment van de conducteur. De coupéraampjes werden samengevoegd tot grote tussenramen tussen de deuren met ventilatieroosters er boven. Ook hier werden ontluchters voor gaslampen op het dak geplaatst en gaandeweg nam het rijtuig een meer Brits uiterlijk aan. Alle opschriften zijn gemaakt met de computer. De draaistellen zijn van Fleischmann en hebben prima loopeigenschappen. Dit rijtuig wordt meestal samen met de 104 gebruikt in de reizigerstrein die elke dag een paar slagen maakt over de hoofdlijn.

Rijtuig 109 is nog zo’n niet-standaard rijtuig dat deel uitmaakt van het gevarieerde rijtuigbestand van de C&DR. Ook dit rijtuig is gemaakt met onderdelen die ik van Klaus Olschewski heb gekregen. Het is alleen veranderd in een Amerikaans of koloniaal aandoend rijtuig met eindbalkons, een sierlijk dak met daklicht en een bagagecompartiment met schuifdeur. De combinatie met loc NG108 ziet er niet slecht uit, het zou zo maar een Zuid-Afrikaanse trein kunnen zijn. Dit rijtuig loopt meestal in de gemengde dienst op de hoofdlijn.

Een korte trein met een duidelijke Ffestiniog afkomst is deze, samengesteld uit de rijtuigen 9, 5, 6 en 18. Het is niet allemaal op schaal en de ‘preciezen’ uit de Britse modelspoorwereld zullen er wel commentaar op hebben, maar ik verander het niet! Ik vind het een leuke trein, wat je er ook van kunt zeggen.

Een andere combinatie met loc 6 ‘Inveraray’ is deze korte trein met eersteklas rijtuig 1, de derdeklassers 4 en 7 en het rijtuig met bagagecompartiment 10. Het eersteklas rijtuig is gemaakt met onderdelen van twee witmetalen rijtuigkits uit de jaren ’60, waarvan de ingekorte zijden aan elkaar zijn gezet. Het dak is van Liliput en de uiteinden zijn van plastic met plastic strips. Rijtuig 4 is een stukje van een Liliput normaalspoorrijtuig, net als de 103 uit de jaren 60 en op dezelfde manier verbouwd door de ramen tussen de deuren samen te voegen. Daarachter staat rijtuig 7 met een daklicht, ontstaan uit bouwpakketdelen (alweer) van Klaus Olschewski. Tenslotte een derdeklasse rijtuig met bagagecompartiment, geheel gemaakt van plastic plaat en strip, met een hoge uitkijk (model vogelkooi). Alle rijtuigen lopen op schaal N onderstellen en hebben remwerk en veiligheidskettingen. Dit viertal loopt in de reizigersdienst op de zijlijn.

De tweeassige bagagewagen 8 is gemaakt van een stuk van een Liliput bagagerijtuig en dateert al uit 1968 of 1969. Dit model is omstreeks 1990 ingrijpend verbeterd met nieuwe uiteinden, eindramen en betere uitkijkkoepels. Ook het remwerk is toen verbeterd. Vlak daarachter het uiteinde van rijtuig 104, een drieasser die in 1978 is gebouwd. Dit rijtuig reed van oorsprong zonder de dikke houten framebalken van het voorbeeld van de North Wales Narrow Gauge Railway. Ik heb de balken later toegevoegd. Het onderstel is een voorloper van het Cleminson onderstel van de West Clare wagen die bij het goederenmaterieel is genoemd. Het is een stuk minder goed gebouwd, maar heeft desondanks 30 jaar intensief gebruik overleefd!

Tot slot de stam van drie vierassige rijtuigen die tot nu toe samen met een vierde rijtuig de boottrein heeft gevormd. Het vierde rijtuig is meestal één van de twee 1e/2e/3e klasse rijtuigen (bij ons heet dat een ‘ABC’) die is gebouwd met Ratio onderdelen. Dit is gedeeltelijk te zien aan de rechterkant van de linker foto. Het rijtuig er naast, met bagagecompartiment, is een herbouw van mijn eerste rijtuig uit 1967 gebouwd met een Tri-ang rijtuigbak. Daarnaast een rijtuig gemaakt met delen van een Ratio derdeklasse normaalspoorrijtuig. Tot slot de bagagewagen, die tevens een batterijvak heeft waarmee de hele stam van drie rijtuigen kan worden verlicht. Dit model is losjes gebaseerd op een Ffestiniog vierasser, maar wederom veel groter uitgevoerd. De verlichting is al jaren niet gebruikt, maar het effect is te zien in de nachtopnamen van Dunalistair.

Dit is een nogal exotisch model op de C&DR: een Zuid-Afrikaans rijtuig van de Avontuurspoorweg, gebouwd door Ian Turner. Het model is niet helemaal op schaal, maar een prima weergave van een smalspoorrijtuig met bagagecompartiment. Het model is omgebouwd van een Lima H0 rijtuig voordat Worsley Works met een complete serie geëtste messing bouwpakketten kwam. Ik gebruik het model in de goederendienst op de zijlijn, die daardoor ook reizigers kan meenemen.

DEEL 3 - Onderhoudsmaterieel